Hoe meet ik live-data, sensordata en actuatordata?

Het motormanagement in een auto bestaat uit een regeleenheid, sensoren en actuatoren. De sensoren voorzien de regeleenheid van informatie. De actuatoren worden door de regeleenheid aangestuurd om acties uit te voeren. Met een goed diagnoseapparaat kun je de informatie die regeleenheid inkomt en uitgaat in real-time bekijken.

Bij OBD noemen we deze informatie live-data. Merk specifieke testers hebben hier vaak een eigen naam voor, bijvoorbeeld: 

• Meetwaardeblokken (Volkswagen).
• Istwerte (Mercedes).

Het gaat hier in beide gevallen over dezelfde data.

Bij OBD vinden we deze data onder Mode 01. Ook bij regelapparaten in het voertuig die niet onder OBD vallen kunnen we met een goede systeemtester live-data uitlezen.

Sensordata

De informatie die via de sensoren de regeleenheid inkomt noemen we sensordata of live-data. Als er een storing optreedt in een systeem kunnen deze sensordata ons helpen bij het opsporen van deze storing.

Storing in het ABS-systeem (Toerental linksachter - Elektrisch storing in het stroomcircuit)

We hebben een actuele foutcode voor een wielsensor in onze ABS-computer, maar we weten niet welke sensor het betreft. Door in de live datalijst de vier wielsensoren te selecteren en met het voertuig een klein stukje vooruit te rollen kunnen we zien welke sensorsignaal niet binnenkomt in de regeleenheid.

Sensordata ABS-sensoren

Sensordata ABS-sensor met een storing

Actuatordata

In de live-datalijst staan ook actuatordata. Dit zijn de data die de computer uitstuurt.

Je kunt bijvoorbeeld bij een airconditioningsysteem zien wanneer de aircopomp wordt aangestuurd. Zie je dat de aircopomp wordt aangestuurd, maar komt er geen spanning te staan op de uitgang van de computer, dan weet je dat de eindtrap in de computer stuk is en je de computer moet vervangen.

Aansturing airco compressor